De legesopbrengsten voor diensten die de gemeente op verzoek levert mogen, op basis van artikel 229 van de Gemeentewet, maximaal 100% kostendekkend zijn. Fiscaal gezien wordt daaraan voldaan wanneer de totale baten de totale lasten op verordening (macro) niveau niet overschrijden.
De eisen van het BBV gaan een stuk verder dan de fiscale eisen. Er dient cijfermatig inzicht te worden gegeven met betrekking tot de kostendekkendheid van afzonderlijke onderdelen van de verordening.
In 2024 is de Omgevingswet ingevoerd. De gevolgen van deze wet zijn doorgevoerd in onderstaand overzicht. In december worden de tarieven ter definitieve vaststelling aan de raad aangeboden. De legestarieven van titel 1, titel 2 en titel 3 zijn pas bekend na de definitieve vaststelling
De baten voor titel 1 zijn niet kostendekkend (89%). Dit komt vooral door de kosteloze huwelijken die de gemeente moet aanbieden. Daarnaast worden er hogere kosten gemaakt voor reisdocumenten, rijbewijzen en bijzondere wetten, waarvoor wettelijke maximum tarieven gelden.
De baten voor titel 3 zijn tevens niet kostendekkend (47%). Veel gemeenten kiezen ervoor om de tarieven in deze titel niet te hoog vast te stellen vanwege de gedachte dat hoge tarieven voor deze diensten ertoe zou kunnen leiden dat potentiële horeca zich niet in de gemeente wil vestigen of dat er minder evenementen worden georganiseerd.
(bedrag x 1.000) | ||
Berekening kostendekkendheid leges 2026 | Bedrag | Dekking |
Kosten totaal | 1.650 | |
Toe te rekenen kosten: overhead | 456 | |
Kosten totaal | 2.106 | |
Baten titel 1 | -1.142 | 89% |
Baten titel 2 | -800 | 100% |
Baten titel 3 | -17 | 47% |
Baten totaal | -1.959 | 93% |